woensdag 2 december 2009

Migratie en de verzorgingsstaat (II)

Wat zijn nu mogelijke oplossingen om de negatieve gevolgen van migratie te beperken? Voor de goede verstaander: aan migratie kunnen tal van voordelen verbonden zijn. Wij stammen allen af van migranten en zonder migratie zou de VS niet bestaan. Bedacht zij wel dat migratie geen oplossing voor vergrijzing is. Ook migranten worden ouder en naarmate de tijd vordert zijn er dus steeds meer migranten nodig om de gemiddelde leeftijd van de beroepsbevolking constant te houden. Wat problematisch is, zeker in de Europese context, is dat de arrangementen van de verzorgingsstaat een grote aantrekkingskracht uitoefenen op groepen migranten uit arme landen en er tegelijkertijd voor zorgen dat het (duurzaam) gaan werken wordt belemmerd. Daardoor worden ook personen aangetrokken die er niet in de eerste plaats op uit zijn om zelfstandig in hun eigen levensonderhoud te voorzien.

Een restrictief migratiebeleid moet er allereerst voor zorgen dat migranten niet met de verkeerde verwachtingen op pad gaan. Wie de verzorgingsstaat persé wil handhaven zal deze ook letterlijk moeten beschermen. Dat betekent dus barrières opwerpen. Dat kunnen fysieke grenzen zijn aan de buitenkant van de EU maar het kan ook de toegang tot de verzorgingsstaat zelf zijn. Hoe ziet dit laatste eruit? Veel landen kennen geen universele verzorgingsstaat. In de VS, Italië en Spanje bestaat geen alomvattend vangnet voor personen die zelf niet in hun eigen levensonderhoud kunnen voorzien. Keerzijde hiervan is het optreden van groepen die bij gebrek aan werk andere activiteiten kunnen ontplooien, variërend van diefstal, zwart werk en bedelarij. Het is de vraag of dit een voor Nederland begaanbare weg is, aangezien deze oplossing met zich meebrengt dat er ook een zekere tolerantie moet zijn voor armoede die niet door de staat zal worden gelenigd maar wel openlijk ten toon gespreid.

Naast de dekking kan ook worden gekeken naar hoogte en duur van arrangementen. Zo zou een wachtperiode in acht kunnen worden genomen, waarin soberder voorwaarden gelden of helemaal geen uitkering wordt verstrekt. De lengte van de wachtperiode is dan afhankelijk van het arbeidsverleden. De hoogte van de uitkering kan ook variëren met het arbeidsverleden. De rechtvaardiging hiervan ligt in de periode dat premies zijn betaald. Als legaal wordt gewerkt dan zijn ook premies afgedragen voor werkloosheid en arbeidsongeschiktheid. Bij het intreden van dergelijke risico’s bestaat dan ook aanspraak op een uitkering. Daarmee is niet gezegd dat die uitkering ook daadwerkelijk in ons land moet worden genoten. Naarmate uitkeringsaanspraken langer worden genoten wordt het echter steeds problematischer iemand te dwingen het land te verlaten. Een daadwerkelijk activerende verzorgingsstaat kan uiteraard wel de druk opvoeren door iemand te dwingen om te gaan werken, indien deze niet arbeidsongeschikt is. Kortom, als iemand eenmaal is toegelaten tot een uitkering wordt het steeds problematischer deze te verwijderen, zeker als hij zelf vastbesloten is om te blijven en ook zijn familie over laat komen. Dit is wat de afgelopen decennia is gebeurd. Het leidt ertoe dat uitkeringsgebruik nog verder zal ‘verkleuren’, wat het financiële en maatschappelijke draagvlak ondermijnt.

De bijstand is echter geen verzekering maar een voorziening, waarvan alleen in Nederland gebruik kan worden gemaakt. Bij dreigend gebruik kan tot uitzetting worden overgegaan van diegenen die niet de Nederlandse nationaliteit hebben.

Twee scenario’s zijn denkbaar t.a.v. hoe om te gaan met migratie:
1. Migratie zo veel mogelijk vrijlaten. Dit zal resulteren in een toestroom van mensen, waarvan de praktijk laat zien dat zij moeizaam een plek vinden in de samenleving. Velen van hen zullen vroeg of laat een beroep doen op de arrangementen van de verzorgingsstaat. Aan hen kan niet op dezelfde voet toegang worden geboden als aan autochtonen aangezien dat onbetaalbaar wordt en geen prikkel vormt om in het eigen bestaan te voorzien. Dit vergt een tolerantie voor openlijke armoede die tot dusverre afwezig is in Nederland. Om migranten kansen te bieden op de arbeidsmarkt is het creëren van een segment laagbetaalde banen nodig, wat tot dusverre wordt voorkomen door de aanwezigheid van een hoog minimumloon.
2. Migratie zo veel mogelijk beperken door migranten hooguit slechts tijdelijk toe te laten en ook vluchtelingen zo veel mogelijk in de regio opvangen. Ook in dit scenario zal het onaantrekkelijk moeten worden gemaakt om een beroep te doen op de sociale zekerheid. Naarmate de toegang sterker gecontroleerd kan worden en het uitzettingsbeleid effectiever is, kunnen de voorwaarden voor een uitkering soepeler worden gehanteerd. De open grenzen in Europa en de elkaar opvolgende generaal pardons in met name de zuidelijke Lidstaten maken dit echter onwaarschijnlijk.

Kortom, uit het voorgaande volgt dat migratie en de verzorgingsstaat op gespannen voet staan met elkaar. Sommige Scandinavische landen hebben dit al wel begrepen en hanteren een strikt migratiebeleid om hun royale verzorgingsstaat te beschermen. Er is ook nog een derde scenario, want uiteraard kunnen we ook blijven aanmodderen. Dat scenario lijkt sterk op hoe het de afgelopen decennia is gegaan.