vrijdag 28 mei 2010

Kapot bezuinigen bestaat niet

Op de noodzaak tot sanering van de overheidsfinanciën wordt vaak gereageerd met dat we daar toch niet te vroeg aan moeten beginnen, omdat we anders de economie kapot zouden bezuinigen. Het is een observatie die maar weinig steun vindt in de economische wetenschap. De overheid is geen drager van economische groei. Voor innovaties moeten we niet bij de overheid zijn. Het is een misvatting te denken dat als de particuliere sector de hand op de knip houdt de overheid dan maar geld moet gaan uitgeven. Aan een dergelijke misvatting ligt de maakbaarheidgedachte ten grondslag dat de overheid de economie moet en kan besturen. Wil de overheid de economie aan de praat houden, dan zou het beslag dat zij daar op legt steeds groter moeten worden. Alle andere activiteiten worden daarmee lam gelegd en we komen uiteindelijk terecht in een uitzichtloze situatie. Het beslag van de overheid op economische activiteiten wordt dan net zo al omvattend als in Noord-Korea. Het hoogste rendement hebben die overheidsuitgaven die de basis leggen om andere economische activiteiten mogelijk te maken, zoals goed bestuur, onafhankelijke rechtspraak, etc. Elke extra uitgave door de overheid levert weinig op, zoals verleden jaar al betoogd door de economen Barro en Redlick in The Wall Street Journal in een stuk met de veelzeggende titel ‘Stimulus spending doesn’t work’. Extra overheidsbestedingen belemmeren juist het herstelproces, doordat de noodzaak tot structurele hervormingen zal worden ontkend en de overheid de ruimte opsoupeert die de private sector nodig heeft om het herstel te bevorderen.

Overigens, ook al zou je op korte termijn veel willen bezuinigen, dan is dat in de Nederlandse situatie niet eens mogelijk. Het overgrote deel van de overheidsuitgaven van dit jaar en volgend jaar ligt al vast. Voor veel ook maar enigszins ingrijpende wijzigingen is wetgeving nodig, die niet 1-2-3 door het parlement is gejast. Dat neemt niet weg dat we snel moeten beginnen met fors te bezuinigen. Veel overheidsuitgaven hebben nauwelijks toegevoegde waarde en kunnen prima worden gemist. Belastingen hebben wel een verstorende werking op de economie en zeker hoge(re) belastingen (zie b.v. de bijdrage van Jacobs en Zoutman in ESB van 28 mei 2010). Snijden in de uitgaven is dus het devies. Wie het heeft over eventuele negatieve vertrouwenseffecten met een negatieve weerslag op de economie moet bedenken dat het huidige uitgavenniveau van de overheid absoluut onhoudbaar is. Wie denkt dat de burger dat niet doorheeft, maakt een ernstige fout. Het vertrouwen van de burger wordt juist aangetast zolang deze in het duister tast over wat er komen gaat en ondertussen weet dat de wal het schip gaat keren. Door snel en veel te bezuinigen, herstelt de overheid haar kredietwaardigheid en daarmee haar geloofwaardigheid voor de burger. Eerdere bezuinigingsoperaties hadden geen negatieve weerslag op de conjunctuur, maar luidden integendeel juist langere periodes van economische groei in. Een beleid dat inzet op snelle sanering van de overheidsfinanciën, een gematigde loonontwikkeling en lastenverlichting draagt het meest bij aan het weer gezond maken van de Nederlandse economie.