Onder deze titel publiceerde de vermaarde Chicago-econoom Gary Becker recent een belangwekkend stuk op de opiniepagina van The Wallstreet Journal (http://online.wsj.com/article/SB10001424053111904199404576536930606933332.html). De winnaar van de Nobelprijs in economie van 1992 veegt de vloer aan met degenen die marktwerking in een kwaad daglicht stellen en op allerlei terreinen meer overheidsinterventie willen.
Becker gaat in op:
• De grote rol van de overheid (en daaraan gelieerde organisaties) bij het verergeren en verlengen van de economische crisis.
• Hogere overheidsuitgaven, die alleen maar effect hebben op het niveau van het tekort en de overheidsschuld.
• Misvattingen m.b.t. de effecten van marktwerking en overheidsinterventie, en in samenhang daarmee het fenomeen overheidsfalen (als tegenhanger van marktfalen).
• De desastreuze uitwerking van excessieve regulering en belastingverhogingen.
• De neiging van politici om geld uit te delen in economisch goede tijden, welke uitgaven in recessies moeilijk kunnen worden terug gedraaid en vaak leiden tot nog hogere toekomstige overheidsuitgaven.
Kortom, wie kritiek heeft op het functioneren van markten moet ook eens goed kijken naar hoe goed de overheid het doet (en dat is meestal veel slechter!).