donderdag 30 december 2010

Euro obligaties zijn geen goed idee

De problemen in de eurozone worden steeds groter. De roep om nog meer overheidsingrijpen neemt daardoor ook toe. In de afgelopen weken hebben velen zich geschaard achter het voorstel om euro-obligaties uit te geven. Kort gezegd komt dat erop neer dat niet individuele landen hun budgettekorten op de kapitaalmarkt dekken, maar dat een Europese instantie dat voor hen doet. Op die manier kunnen grote zondaars als Griekenland en Ierland geld lenen zonder daarover een torenhoge rente te betalen.

Het is een merkwaardig voorstel. Het veronderstelt ook dat de burger niet doorziet welke truc hier wordt uitgehaald. Stel u woont in een blokje van 16 koopwoningen, waarop door elke bewoner een hypotheek in wisselende omvang is genomen. Op nummer 10 woont Yannis. Hij houdt van het goede leven. Alles wat er aan geld binnenkomt, gaat er in dezelfde maand weer uit. Op het huis rust een tophypotheek. Op een dag blijkt dat hij zijn financiële situatie wat rooskleuriger heeft voorgesteld dan deze in werkelijkheid was en de bank besluit dan ook de touwtjes aan te trekken. De rente op zijn hypotheekschuld gaat omhoog. Ook de speculaties van beurshandelaar Patrick op nummer 16 blijken minder goed te hebben uitgepakt dan in het verleden. Ook hier wil de bank het hogere risico dat wordt gelopen met de geldlening gecompenseerd zien.

Stel dat vervolgens op de jaarlijkse buurtbarbecue voor het hele blok wordt voorgesteld om alle leningen voortaan te poolen. U woont immers in hetzelfde blok en de waarde van het ene huis is mede afhankelijk van dat van het andere. U moet elkaar in slechte tijden toch ook helpen? Hoe zou u op dit voorstel reageren?

Het is wel duidelijk hoe de bank hierop zal reageren. De te betalen rente wordt een mix van de kredietwaardigheid van alle individuele huishoudens in het blok. Degenen met de laagste kredietwaardigheid zien hun rente dalen; degenen met de hoogste zullen meer moeten gaan betalen. Daarmee is duidelijk dat het een absurd voorstel is. U zult aanvoeren dat Yannis eerst zijn sportwagen maar moet verkopen en ook verder de tering naar de nering moet zetten. Hetzelfde geldt voor Patrick. Toen het goed met hem ging, deelde u ook niet mee in de winst.

Verandert de zaak als blijkt dat de meest kredietwaardige mensen in uw blokje ook de crediteuren zijn van mensen als Patrick en Yannis. Met andere woorden dat het hun spaargeld is dat in de hypotheken zit van laatstgenoemden? Niet echt. Als Patrick en Yannis niet hun schulden kunnen voldoen, vervallen hun bezittingen aan de geldverstrekkers. Zij zullen het blok moeten verlaten. Dat geldt ook voor de eurozone. Zoals de Slowaakse minister van Financiën Miklos onlangs in NRC Handelsblad opmerkte: ‘Als New York failliet gaat, valt de dollar ook niet’. De Slowaken verwijten de Grieken onwil om orde op zaken te stellen, zoals zij zelf noodgedwongen wel hebben gedaan. Slowakije heeft zijn banken geherstructureerd tegen hoge kosten (12 procent van het BBP!), welke zijn opgebracht door de Slowaakse belastingbetaler. Griekenland heeft zijn tekort tot dezelfde hoogte laten oplopen om, vooral consumptieve, uitgaven te financieren. Slowakije is armer dan Griekenland per hoofd van de bevolking en wordt nu gevraagd wel een bijdrage te leveren aan een gunstige betalingsregeling voor dat land.

Een variant die in het kader van het voorstel om euro-obligaties te introduceren wel wordt genoemd in Brusselse kringen, is om wat betreft de staatsschuld een onderscheid te maken tussen een blauw deel en een rood deel. Het blauwe deel is het deel van de totale overheidsschuld onder de grens van 60 procent BBP. Dat is de door het Stabiliteits- en Groeipact ‘toegestane’ schuld en deze zou in aanmerking moeten komen voor financiering met euro obligaties. Het rode deel erboven is voor rekening van het betreffende land, waarover een navenant hogere rente wordt betaald. Een dergelijk onderscheid is nogal kunstmatig. Wie leent er nog geld uit voor het rode deel? De prikkel om over het rode deel geen rente meer te betalen is bijna ingebouwd. Wie niet zijn bestedingspatroon wenst aan te passen, zal zijn verplichtingen op het rode deel verzaken. Waarom iemand dan wel extra geld lenen, zonder nog steeds niet te eisen dat hij zijn leven betert? Extra zekerheden kunnen niet worden geboden, want die zijn nodig om rente en aflossing voor het blauwe deel te garanderen.

Het voorbeeld van het blok maakt ook duidelijk dat steeds verdergaande samenwerking niet nodig is om de welvaart en de betaalbaarheid van schulden te garanderen. Een gezamenlijke munt is een groot goed, maar verder kan ieder zijn eigen broek ophouden. De buurman en buurvrouw op nummer 2 en 4 kunnen besluiten bij elkaar in te trekken of een LAT-relatie aan te gaan. Anderen kunnen besluiten de afscheiding tussen hun tuinen weg te halen en vrij onderling verkeer toe te staan. Meneer Vlaming en mevrouw de Waal op nummer 8 kunnen hun woning splitsen. In tegenstelling tot wat ook Van Rompuy afgelopen vrijdag in NRC beweerde, is alles op een hoop gooien absoluut niet nodig.

Er zijn overigens genoeg andere zaken die de Europese regeringen wel kunnen regelen, maar die ze kennelijk niet interessant genoeg vinden, of erger nog, die tegen hun nationaal belang ingaan. Opvallend daarbij is het dat de zuidelijke Lidstaten degenen zijn die het noorden om solidariteit vragen, terwijl ze op andere terreinen uitsluitend aan zichzelf denken en maling hebben aan de gemeenschappelijk markt die nog steeds niet is gerealiseerd. Een paar voorbeelden:
• De invoering van een Europees patent is recent geflopt, vooral door tegenwerking uit Italië en Spanje. Nog steeds moeten patenten in elke land separaat worden aangevraagd.
• Liberalisering van het dienstenverkeer, zowel tussen Lidstaten als ook daarbinnen. Sinds het protest van met name Zuid-Europese landen tegen de ‘Frankenstein’-richtlijn van eurocommissaris Bolkestein is hier te weinig vooruitgang geboekt. Vooruitgang zou de groei flink aanzwengelen.
• Het onderling verbinden van infrastructuur. Veel treinsporen houden op bij de grens. Dat geldt ook voor elektriciteitsnetwerken. Liever houden landen dure nationale monopolies in stand. De welvaart zou flink kunnen stijgen als markten worden opengegooid.
• Het laatste geldt ook wereldwijd als politici zouden inzetten op het afronden van de ‘Doha’-ronde en een internationaal handelsakkoord zouden sluiten. In plaats daarvan houden ze vast aan het beschermen van verouderde industrieën en sectoren, zoals de landbouw.
• De hervorming van arbeidsmarkten. Veel Zuid-Europese landen kennen overgereguleerde arbeidsmarkten, die bedrijven op kosten jagen en mobiliteit en innovatie nodeloos vertragen.

Geen opmerkingen: