woensdag 1 februari 2012

Rechters met oogkleppen

Het recht is er voor de mensen. Het moet geen doel op zich worden. Er is echter een kaste in Nederland die zich blind lijkt te staren op wat is vastgelegd in wet- en regelgeving en daar een hele enge (in meerdere zin) interpretatie aan geeft. Zo wekte de rechterlijke uitspraak verbazing die het lang van tevoren aangekondigde intrekken van de speciale bijstandsregeling voor ‘kunstenaars’ (de WWIK) in strijd noemde met het recht op eigendom dat is vastgelegd in het Europees Verdrag van de Rechten voor de Mens, mede vanwege het ontbreken van een overgangsregeling. Ik wil hier de aandacht vestigen op een andere uitspraak, die wijst op een gebrek aan economische kennis bij rechters en blindheid voor de maatschappelijke gevolgen van hun uitspraken.

Afgelopen week werd er uitspraak gedaan in de zgn. Klimop-zaak. Tegen werknemers van Bouwfonds en van het Philips-pensioenfonds waren forse straffen geëist door het Openbaar Ministerie. Ook de rechters achtten bewezen dat de mannen zichzelf vorstelijk hadden verrijkt, maar oordeelde over deze feiten een stuk milder. Immers, ook het Bouwfonds was er beter van geworden. De indruk die hierdoor ontstaat, is dat het een beetje afromen van de winst voor eigen gebruik minder erg is dan zelfverrijking als er verlies wordt geleden. Het blijft echter gewoon diefstal. In de booming vastgoedmarkt waarvan tot 2008 sprake was, was het bovendien niet zo heel moeilijk om winst te maken. Als de winst al was toe te schrijven aan het individuele handelen van betrokkenen, dan hadden zij over de verdeling daarvan vooraf afspraken moeten maken en zichzelf niet een deel daarvan buiten de boeken moeten uitkeren. Alleen een jurist met oogkleppen op ziet dit als een verzachtende omstandigheid.

Wat nog erger is aan het vonnis is dat de rechters totaal voorbij zijn gegaan aan het argument van het OM dat het handelen van de verdachten bredere uitstralingseffecten heeft. Het totaal aan ingepikte gelden bedroeg een paar honderd miljoen euro (alleen hoofdverdachte Jan van V. heeft al 70 miljoen euro terug moeten betalen). Inderdaad, op het totaal aan beleggingen was dit een klein percentage en het ging alleen maar om geld. Er is niemand gewond geraakt of erger. Dit miskent echter de rol van geld in de economie en ook de rol die pensioenfondsen hebben. Deelnemers moeten erop kunnen vertrouwen dat pensioenfondsen prudent omgaan met hun inleg. De schaamteloze zelfverrijking, waarbij de heren ervan uit gingen dat de pakkans laag zou zijn, doet het wantrouwen tegen anderen in dergelijke functies toenemen. Wie garandeert in de voor de burger ondoorzichtige miljoenendans rond beleggingen in vastgoed (of welk ander goed dan ook) dat er niet iets aan de strijkstok blijft hangen? Het is zo gemakkelijk hier en daar een klein percentage af te romen en de buit onderling te verdelen. Daarom moet dergelijk gedrag hard gestraft worden. Een geringe pakkans kan alleen worden gecompenseerd door een hoge straf, wil de verwachte uitkomst (pakkans x straf) een afschrikwekkend effect hebben. Vier jaar voor de hoofdverdachte voor het achterover drukken van enkele honderden miljoenen is veel te laag en gaat voorbij aan het ondermijnend effect op het vertrouwen van de burger hoe er met zijn geld wordt omgegaan. Ook de uitstraling die dergelijk handelen heeft en de bredere gevolgen voor het maatschappelijk vertrouwen moeten in een straf worden meegenomen. Maar wat kun je verwachten van een rechterlijke macht die zo weinig besef heeft van wat bezit is, dat het intrekken van de WWIK in strijd wordt genoemd met het recht op eigendom en het kraken van een huis niet. Dat ook het vertrouwen in de rechtspraak hierdoor stevig wordt ondermijnd, lijkt de rechters niet te deren.

Geen opmerkingen: