vrijdag 6 december 2013

Europees Toezicht: Handhaven of niet?

Zal het toezicht op de grotere Europese banken bij de ECB in goede handen zijn? Dat is zeer de vraag. Beleidsmakers in Europa verwachten veel van het overdragen van nationale toezichtbevoegdheden aan de ECB. De ECB is enthousiast begonnen mensen te rekruteren en de eigen burelen uit te breiden. Kunnen we, afgezien van meer bureaucratie, daadwerkelijk hier iets van verwachten? De voortekenen zijn niet goed.

Een goed en beknopt overzicht van wat de Europese bankenunie inhoudt, vindt u hier. Een belangrijk voordeel van het centraliseren van het bankentoezicht zou zijn het ontnemen van de mogelijkheid aan nationale overheden om nationale "kampioenen" te bevoordelen. Een Europese instantie, zo is de gedachte, zal zich minder snel onder druk laten zetten dan een nationale regering die moet opboksen tegen een uit de kluiten gewassen financiële sector. Dat zou kunnen. Wat ook zou kunnen is dat die nationale kampioen nog steeds de eigen regering voor het karretje weet te spannen en dat vervolgens die regering de besluitvorming binnen de ECB naar haar hand weet te zetten. Die regering heeft daartoe ook een financiële prikkel, omdat de kosten van het redden of saneren van een bank grotendeels kunnen worden afgewenteld op de andere landen. Denkbeeldig? Er is een interessante parallel met de geschiedenis van de Euro. Ook hier zouden nationale beleidsmakers op afstand worden geplaatst en waren er vooraf strenge regels afgesproken. Landen zouden elkaar ook niet te hulp komen. Toen puntje bij paaltje kwam, werden die regels niet gehandhaafd; in eerste instantie niet door de Europese Commissie en in tweede instantie ook niet door het Europese Gerechtshof. Wie garandeert dat het met het bankentoezicht niet net zo gaat? In de EU zijn sommige landen meer gelijk dan andere....

De Amerikaanse econoom en Nobelprijswinnaar Douglas North heeft een interessant boek geschreven over het ontstaan en overleven van instituties met de titel Understanding the Process of Economic Change. Instituties vinden in de opvatting van North hun oorsprong in gedeelde normen en waarden. Regels in een land zijn een afspiegeling van die normen en waarden en vinden daarin hun voedingsbodem. Het derde aspect dat North in dit verband noemt, is de handhaving van die regels. Normen en waarden, regels en de handhaving hiervan zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Je ziet meteen waar het misgaat als het aankomt op het handhaven van de regels van het Europese bankentoezicht of welke andere Europese regels dan ook. Die vinden niet hun oorsprong in gedeelde normen en waarden, waardoor op zijn zachtst gezegd niet iedereen de noodzaak inziet om zich hieraan te houden.

Ter illustratie van dit punt: De Nederlander Sijbrand was in de race om de eerste directeur Toezicht te worden bij de ECB. Hoe serieus die kandidatuur was, mag worden betwijfeld. Dit vanwege het feit dat ook Frankrijk een kandidate had genomineerd. Je hoeft echt niet paranoïde te zijn of overal complotten te ontwaren om te veronderstellen dat de kandidatuur van de Nederlander daardoor kansloos was. Ondanks de oververtegenwoordiging van Zuideuropeanen in de top van de ECB ging de functie uiteraard naar de Française. Je kunt maar beter een 'mannetje' ter plaatse hebben dat de leiding heeft als er een nieuw toezichtstelsel wordt opgetuigd. De bureaucratie in Brussel is op Franse leest geschoeid en dat staat nu ook het toezicht te wachten. En wat de handhaving van het toezicht betreft, is het natuurlijk handig dat iemand uit eigen land de leiding heeft die je altijd kunt bellen (of andersom).

Een gelegenheid als deze laten de Fransen zich niet ontnemen en ze komen dan ook met een ‘zware’ kandidate, ook al valt daar nogal wat op aan te merken. Zo is zij al vrijwel haar hele werkzaam leven actief in het toezicht, waarvan de laatste 10 jaar in leidinggevende functies op het hoogste niveau. Dat veel Franse banken al jaren gebukt gaan onder een relatief hoge schuldenlast, veroorzaakt door het uitlenen van geld aan (andere) Zuideuropese staten, valt haar weldegelijk kwalijk te nemen. Deze banken hebben een onverantwoord risico genomen door zich op een dergelijke eenzijdige manier bloot te stellen aan een beperkt aantal debiteuren. Zij hadden er dus alle belang bij dat deze landen werden gered door de andere eurolanden en dat was daarmee ook een belang van de Franse regering. Nu valt niet te betreuren dat de eer om deze functie te vervullen niet is toegevallen aan de Nederlander Sijbrand. Hij is nog maar twee jaar in functie en er valt na een aantal grote toezichtdebacles in Nederland (o.a. SNS, DSB, Friesland Bank) nog wel het een en ander te verbeteren. Hiermee is nog maar net een begin gemaakt. Helaas hebben de meeste eurolanden nog niet eens dat stadium bereikt.

Geen opmerkingen: